Het aantal honden en katten dat te maken krijgt met overgewicht stijgt de laatste jaren enorm. Bijna de helft van alle honden en katten in België zijn te zwaar. En net zoals bij mensen, gaat dit bij dieren ook gepaard met een heleboel gezondheidsrisico’s.
Waarom heeft mijn huisdier overgewicht?
Chronisch overgewicht, ook wel obesitas genoemd, wordt gekenmerkt door een overmatige vetopstapeling in het lichaam.
Bij onze huisdieren wordt deze aandoening hoofzakelijk veroorzaakt door het krijgen van te veel voeding in combinatie met onvoldoende beweging. In dat geval gaat het dier meer energie opnemen dan het kan verbruiken. De dagelijkse energiebehoefte wordt overschreden en het dier zal steeds zwaarder worden.
Opgelet! Wanneer een dier gecastreerd of gesteriliseerd wordt, zal de stofwisseling dalen en daarmee ook de energiebehoefte. Het is dan ook belangrijk om na deze operatie het gewicht van uw dier op te volgen en indien nodig, de voedingshoeveelheid te verminderen.
Opgelet! ‘Kleine’ tussendoortjes zijn vaak de boosdoener! Een stukje kaas van 28g heeft dezelfde impact op je kat alsof je zelf 4 hamburgers zou eten. Wil je je viervoeter verwennen met iets lekkers? Geef ze dan liever een katten- of hondensnack gemaakt op maat van je dier.
Daarnaast kan een dier ook verzwaren door langdurige inname van bepaalde medicatie of omwille van een medische aandoening, zoals hypothyreoïdie (een te traag werkende schildklier) of de ziekte van Cushing (overproductie van cortisol door de bijnieren). Gewichtstoename door een onderliggende medische aandoening kan enkel worden vastgesteld door middel van verdere onderzoeken bij de dierenarts.
Een kilootje te veel, so what?
Een kilootje te veel bij een kat van 4 kg is helaas niet vergelijkbaar met een kilootje extra bij een volwassen persoon van 70 kg. Vaak gaan eigenaars de impact van het overgewicht bij hun huisdier onterecht minimaliseren. Met een heleboel gezondheidsrisico’s tot gevolg:
- Diabetes of suikerziekte
- Hart- en vaatziekten
- Artrose en andere mobiliteitsproblemen
- Kortademigheid en een verminderd uithoudingsvermogen
- Lipoma’s of vetgezwellen
- Een slechte huid- en vachtkwaliteit
- Een verminderde afweer
- Depressie
- …
Uit onderzoek blijkt dat de levensverwachting van dieren met obesitas tot wel 2 jaar lager ligt dan de levensverwachting van dieren met een gezond gewicht. Hoogtijd dus om die overtollige kilootjes bij jouw viervoeter aan te pakken!
Hoe weet ik of mijn hond of kat te zwaar is?
Een hond of kat is te dik wanneer de ribben amper of niet te voelen zijn, en wanneer de taille niet meer zichtbaar is. Vaak vinden eigenaars het moeilijk om dit te beoordelen bij hun eigen dier. In dit geval kan de Body Condition Score (BCS) een handig hulpmiddel zijn. Hierbij wordt aan de hand van een visuele beoordeling en palpatie van het dier een score toegekend op schaal van 1 tot 9. Honden met het ideale lichaamsgewicht krijgen een score 4 of 5, katten met een gezond gewicht krijgen een score 5. Alle dieren met een lagere score, hebben ondergewicht. Alle dieren met een hogere score, hebben overgewicht.
Mijn dier heeft overgewicht, wat nu?
Voeding
Afvallen moet steeds geleidelijk en op een verantwoorde manier gebeuren. In overleg met jouw dierenarts kan een geïndividualiseerd afvalprogramma worden opgemaakt voor het dier in kwestie. Hierbij wordt:
- Het ideaal lichaamsgewicht berekend (= doelgewicht)
- De dagelijkse energiebehoefte berekend (in kcal/kilojoule)
- De geschikte dagelijkse portie voeding berekend (in gram)
- Een termijn bepaald waarin het doelgewicht kan worden behaald
Het spreekt voor zich dat maaltijdporties steeds afgewogen moeten worden, en dat alle extra’s (die niet in de berekende dagelijkse portie werden geïmplementeerd) nefast zijn voor het slagen van het programma. Een afvalprogramma voor de hond of kat vergt dus ook de nodige discipline bij de eigenaar.
Daarbij is het aangewezen om van de huidige voeding naar een klinische voeding over te schakelen, dewelke specifiek zijn samengesteld om jouw dier te helpen afvallen. Dergelijk dieet bevat minder calorieën dan een standaard dieet, stimuleert het lichaam om vet te verbranden en geeft toch een verzadigd gevoel dankzij de aanwezigheid van voldoende vezels.
Tip: Verdeel de dagelijkse portie voeding over verschillende maaltijden per dag. Zo zorg je dat jouw dier de hele dag een verzadigd gevoel heeft.
Tip: Een anti-schrokbak of ‘slow feeder’ is een voederkom speciaal ontworpen om huisdieren langzamer te doen eten. Het zorgt er voor dat jouw dier zich na de maaltijd meer voldaan voelt en biedt tevens een leuke uitdaging waarbij het denkvermogen wordt geprikkeld.
Beweging
Wanneer de voeding op punt staat is het tijd om je dier meer te laten bewegen. Een dagelijks extra blokje om met de hond kan al wonderen doen. Je doet er je hond een plezier mee en het is daarenboven goed voor onze eigen gezondheid! Doe liever meerdere korte wandelingen per dag dan één hele grote. Dit is efficiënter om af te vallen en werkt ook minder belastend voor de gewrichten.
Een kat doen bewegen is vaak minder voor de hand liggend. Probeer elke dag minstens 10-15 minuten ‘speeltijd’ in te lassen. Laat de kat lopen achter een touwtje of speeltje dat zijn of haar aandacht wekt. Heeft je kat geen interesse in speeltjes? Met een vleugje kattenkruid vindt jouw kat zijn/haar speeltje vast wel interessant!
Tip: Door de brokjes van je kat niet in de voederkom aan te bieden, maar te verspreiden in huis (bv. op de vloer, op de krabpaal, achter een obstakel…) stimuleer je de kat om op zoek te gaan en op die manier meer in beweging te komen. In de natuur moesten katten namelijk ook ‘jagen’ op hun prooi…
Heb je vragen na het lezen van dit artikel, of wil je graag een geïndividualiseerd afvalprogramma op maat van uw huisdier? Neem gerust contact op met de praktijk of plan een afspraak in via de app mijndieren.eu.
Terug naar overzicht