Suikerziekte, oftewel diabetes mellitus bij honden is een endocriene aandoening die wordt gekenmerkt door een ontoereikende insulineproductie of een verminderde respons van de lichaamscellen op insuline.
Insuline, geproduceerd door de alvleesklier, is essentieel voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel door glucose (suiker) uit het bloed naar de lichaamscellen te transporteren. Bij honden met diabetes mellitus is dit proces verstoord en ontstaat er een chronische verhoging van de bloedsuikerspiegel.
Dit infoartikel biedt een overzicht van de verschillende types, de symptomen, de diagnose en de behandeling van diabetes mellitus bij de hond.
Verschillende types diabetes
Diabetes mellitus bij honden kan onderverdeeld worden in 2 types:
Type 1 Diabetes: dit type wordt gekenmerkt door de vernietiging van de insuline-producerende cellen in de alvleesklier, wat leidt tot een absoluut tekort aan insuline. Dit is de meest voorkomende vorm bij honden.
Type 2 Diabetes: dit type wordt gekenmerkt door insulineresistentie en een relatief insulinetekort. Hoewel dit type vaker voorkomt bij mensen en katten, komt het minder vaak voor bij honden.
Symptomen
Bij volgende symptomen kan suikerziekte bij de hond worden vermoed:
- Polydipsie of frequent drinken
- Polyurie of frequent urineren
- Polyfagie of verhoogde eetlust
- Gewichtsverlies ondanks de verhoogde eetlust
- Lethargie: sloomheid, veel slapen
Diagnose
Voordat een behandeling kan worden opgestart, is een correcte diagnose essentieel. Dit gebeurt op basis van de klinische symptomen en enkele laboratoriumtesten:
- Een dierenarts zal aan de hand van een bloedonderzoek de bloedsuikerspiegel van de hond meten.
- Door middel van een urinetest wordt de aanwezigheid van glucose in de urine gecontroleerd.
- Een fructosamine test meet het gemiddelde bloedsuikerniveau over de afgelopen twee tot drie weken.
Behandeling
Diabetes mellitus bij honden vereist zorgvuldige monitoring en aanpassing van de behandeling door een dierenarts. Regelmatige controles zijn nodig om ervoor te zorgen dat de bloedsuikerspiegel van de hond stabiel blijft en dat eventuele complicaties tijdig worden opgemerkt.
Hoewel de behandeling van suikerziekte bij een hond een levenslange toewijding van de eigenaar vereist, kunnen honden met de juiste zorg een goed leven leiden.
De behandeling bestaat uit volgende onderdelen:
1. Insuline
Het belangrijkste onderdeel van de behandeling bestaat uit de toediening van insuline. Dit gebeurt door middel van injecties die één of twee keer per dag worden gegeven, telkens juist na de maaltijd. De dosering moet, zeker in de beginfase, frequent worden bijgesteld op basis van regelmatige controles van de bloedsuikerspiegel.
Enkele praktische puntjes:
- Flesjes insuline in de koelkast bewaren
- Dien geen insuline toe wanneer de hond niet heeft gegeten
- Flesje eerst voorzichtig tussen de handen rollen voor optrekken insuline
- Inspuiten onderhuids t.h.v. de flanken of nek (afwisselen van plek)
Let op! Wanneer een te hoge dosis insuline wordt toegediend OF de hond niet eet, is er risico op hypoglycemie (= een te lage bloedsuikerspiegel). Symptomen hiervan zijn zwakte, honger, incoördinatie, spiertrillingen… Bied de hond in deze situatie zo snel mogelijk een portie voeding of een suikerrijk supplement aan (bv. Vétoquinol Care Energie Pasta).
2. Voeding
Een aangepast dieet speelt een cruciale rol bij de behandeling van diabetes mellitus bij honden. Een dieet met een hoog eiwit- en vezelgehalte kan helpen de bloedsuikerspiegel van de hond stabiel te houden. Suikerrijke tussendoortjes worden best vermeden.
3. Regelmaat
Bij suikerziekte is een regelmatig dagritme van essentieel belang. Zo moeten de maaltijden en de daaropvolgende insuline-injecties steeds op hetzelfde tijdstip gegeven worden. Bijvoorbeeld om 8u ’s morgens en om 20u ’s avonds.
Ook lichaamsbeweging speelt een rol in het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Probeer regelmatige en gecontroleerde beweging te implementeren, zonder daarbij de hond uit te putten. Overdreven fysieke activiteit kan ervoor zorgen dat de suikerspiegel te snel daalt.
Moét suikerziekte behandeld worden?
Ja, suikerziekte moet altijd behandeld worden! Bij langdurig onbehandelde of onjuist behandelde diabetes kunnen honden in een levensbedreigende ketoacidose terechtkomen. Dit ontstaat wanneer er onvoldoende insuline is om glucose naar de cellen te transporteren. Het lichaam schakelt noodgedwongen over op vetverbranding als alternatieve energiebron. Als bijproduct van deze vetverbranding worden ketonen geproduceerd, dewelke op hun beurt een verstoring van de zuurtegraad in het lichaam veroorzaken.
Symptomen van ketoacidose bij honden zijn onder meer braken, sloomheid, geen eetlust, uitdroging, en in ernstige gevallen kunnen neurologische symptomen zoals verwardheid en zelfs coma optreden. Ketoacidose vereist onmiddellijke medische behandeling door een dierenarts.
Heb je vragen omtrent de diagnose of behandeling van je huisdier? Contacteer ons team: 051 79 27 28 of info@dekapelhoek.be
Terug naar overzicht